Statenvertaling
Als nu Mefibóseth, de zoon van Jónathan, den zoon van Saul, tot David inkwam, zo viel hij op zijn aangezicht, en boog zich neder. En David zeide: Mefibóseth! En hij zeide: Zie, hier is uw knecht.
Herziene Statenvertaling*
Toen Mefiboseth, de zoon van Jonathan, de zoon van Saul, bij David binnenkwam, wierp hij zich met zijn gezicht ter aarde en boog zich neer. David zei: Mefiboseth! En hij zei: Zie, hier is uw dienaar.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Mefiboset, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, kwam bij David, wierp zich op zijn aangezicht en boog zich neer. David zeide: Mefiboset! En hij antwoordde: Hier is uw dienaar.
King James Version + Strongnumbers
Now when Mephibosheth, H4648 the son H1121 of Jonathan, H3083 the son H1121 of Saul, H7586 was come H935 unto H413 David, H1732 he fell H5307 on H5921 his face, H6440 and did reverence. H7812 And David H1732 said, H559 Mephibosheth. H4648 And he answered, H559 Behold H2009 thy servant! H5650
Updated King James Version
Now when Mephibosheth, the son of Jonathan, the son of Saul, was come unto David, he fell on his face, and did reverence. And David said, Mephibosheth. And he answered, Behold your servant!
Gerelateerde verzen
1 Kronieken 9:40 | 2 Samuël 16:4 | Genesis 33:3 | 1 Samuël 20:41 | 1 Kronieken 8:34 | 2 Samuël 19:24 - 2 Samuël 19:30 | 1 Samuël 25:23 | Genesis 18:2